Brandweerwagens uit Amerika met Rotterdamse touch

Laatst bijgewerkt: maandag 17:01 uur
ROTTERDAM – Ze worden de Rolls Royces onder de brandweerauto’s genoemd: de Ahrens Fox wagens die 50 jaar dienst deden in Rotterdam. Bijna een eeuw oud, maar ze rijden nog en de spuiten werken perfect. Marinus Oosthoek (72) maakte er een boek over.

In een hal op het Kleinpolderplein staan ze trots te glimmen, drie van de Ahrens Fox brandweerwagens die de gemeente Rotterdam in 1927 aankocht. Minstens zo trots zijn de vier mannen die de wagens elke week oppoetsen en onderhouden. Eén van hen is Marinus Oosthoek, die 42,5 jaar bij de brandweer werkte.

Enorm geluid
‘Het speciale aan deze wagens? Het geluid is enórm en de pomp is heel krachtig. Als hij pompt is het net alsof-ie danst.’ Oosthoek lacht: ‘Als we nu met de wagens naar een evenement rijden en we komen langs een rij geparkeerde auto’s, dan gaat het ene na het andere auto-alarm af.’ Ook zijn de auto’s heel betrouwbaar. ‘Ze hebben 50 jaar dienst gedaan; de wagens van tegenwoordig halen niet eens 10 jaar.’

Onrust in gemeenteraad
De Ahrens Foxen uit de Verenigde Staten waren de eerste gemotoriseerde brandweerwagens in de stad. Oosthoek: ‘Het leidde tot onrust in de gemeenteraad. Want, zei men, onze eigen firma’s konden toch zeker ook goed materieel maken? Maar de heer de Bruyne, toenmalig directeur van de Roteb, had dit sentiment al voorzien. In de aanbesteding had hij aangegeven dat hij alleen het chassis wilde kopen, dus stuur, pomp, wielen en motor. De rest zouden onze eigen vaklieden wel maken.’

Verkleumde chauffeurs
En zo ging het ook. Rotterdam voegde er onder meer opbergruimte, slangen en pompen aan toe. Sommige onderdelen waren zo handig, dat Ahrens Fox ze later zelf weer overnam. Zoals de dubbele voorbumper en de cabine. De geleverde wagens waren open, maar de chauffeurs raakten zo verkleumd dat er een cabine op werd gebouwd. De brandweerlieden zelf konden niet mee op de wagen; zij gingen nog per paard en wagen naar de brand.

Bommen en schoten
Tijdens de oorlog werden de wagens veelvuldig ingezet. Op 10 mei 1940 werd bij Waalhaven een van de wagens vernield door bommen en schoten. Twee brandweerlieden kwamen daarbij om het leven. In 1941 maakten de Duitsers van de vrijwillige brandweer een beroepsbrandweer – wat overigens toch al de bedoeling was. En in plaats van kasten op de wagens kwamen er banken, zodat de brandweerlieden meteen mee konden rijden.

Uniek in Europa
De Rotterdamse Ahrens Fox motorspuiten zouden uniek blijven in Europa. Geen enkele andere Europese stad durfde de prijzige aanschaf aan of had de vaklieden om de spuiten te kunnen onderhouden. Wel waren er in Soerabaja, in toenmalige Nederlands-Indië, al sinds 1917 enkele Ahrens Foxen in gebruik.

Jongere garde
Oosthoek zelf heeft nog een paar jaar met de wagens in Rotterdam gewerkt. ‘Toen stonden we er al dag en nacht aan te poetsen. Nu doen we dat nog elke week met zijn vieren, we maken zelfs nog nieuwe onderdelen. Hopelijk neemt de jongere garde het later van ons over!’

Bron: Gemeente Rotterdam